Op een dag belde een verzekeringsmaatschappij ons met het verzoek een uitvaart te regelen. Er werd bij gezegd dat de mevrouw die had gebeld gebrekkig Nederlands sprak. Ik belde haar op, maakte een afspraak en ging erheen. De mevrouw vertelde uitgebreid over de overledene, die een hele goede vriend van haar was. Zij had hem de afgelopen 12 jaar verzorgd, maar woonde niet bij hem. De man had 3 kinderen waarmee hij geen of een slechte relatie had.

De mevrouw liet mij de polis zien en vertelde dat zij eigenlijk niet alle beslissingen zelf wilde nemen. Ze vertelde ook dat zij geen geld had voor extra kosten voor de uitvaart waarvoor de man niet verzekerd was en dat zij er niet voor wilde tekenen. Dat maakte het voor mij lastig, aangezien ik handtekeningen nodig had op officiële documenten zoals de begroting en het asbestemmingsformulier.

De vriendin vroeg mij één van de dochters te bellen om de situatie uit te leggen en te vragen of zij bij het gesprek aanwezig wilde zijn. De dochter was erg verontwaardigd dat ik, en niet de vriendin van haar vader, haar belde. Later in de middag kwamen de dochter en de vriendin van de overledene naar ons kantoor. De verhouding was niet goed en dat was duidelijk voelbaar. De dochter had haar broer inmiddels gesproken. Hij gaf aan dat hij niets met zijn vaders uitvaart te maken wilde hebben. Met haar zus had zij al heel lang geen contact meer. Ze moest nog achter haar telefoonnummer zien te komen om ook haar te benaderen.

Ook dochter wilde nergens voor tekenen. Zij had al van de vriendin van haar vader gehoord dat er een testament was en dat vader een eigen appartement had. Onderweg had zij al een afspraak met de notaris gemaakt voor de volgende dag. Mijn vraag hoe en wanneer de uitvaart moest plaatsvinden, werd beantwoord met: ‘het hoeft geen uitvaart met een plechtigheid te worden. Gewoon afscheid nemen en daarna overbrengen naar het crematorium.’ De dochter zou nog contact zoeken met haar zus en wilde eerst de uitspraak van de notaris afwachten. Na het weekend zou ze mij terugbellen en beslissen wanneer en hoe de uitvaart zou plaatsvinden.

Een paar uur na het gesprek belde de vriendin van de overledene mij en vertelde dat zij tijdens de rit naar huis een enorme ruzie met de dochter had gehad. Ze moest van de dochter de sleutels van het huis van haar overleden vriend inleveren. Zij mocht er niet meer in en moest overal van af blijven. Dit deed ze niet en ze ging naar het appartement om nog wat spulletjes van haarzelf op te halen. De volgende dag zaten de vriendin en de kinderen bij de notaris en werd het testament uitgesproken. De overledene liet bijna alles na aan zijn vriendin die hem jarenlang had verzorgd. Zijn kinderen kregen alleen het legitieme gedeelte waar de vader niet onder uit kon.

Die maandag zou de dochter mij bellen om de uitvaart af te handelen. De hele dag heb ik niets van haar gehoord. Ik heb haar diverse keren gebeld en de voicemail ingesproken met de vraag of zij mij zo spoedig mogelijk wilde terugbellen. De crematie moest worden vastgelegd omdat er al een aantal dagen verstreken waren. Het bleef stil. Toen heb ik de vriendin van de overledene gebeld en zij gaf aan dat de crematie kon worden gepland, zonder plechtigheid en zo snel mogelijk. Dat was in hun cultuur gebruikelijk; het had al veel te lang geduurd.

De vriendin kwam nog één keer op rouwbezoek om afscheid te nemen en dat was voor haar voldoende. Van de kinderen heb ik niets meer gehoord. De vriendin vertelde hoe ontzettend boos en teleurgesteld de kinderen waren over de nalatenschap en dat zij blij waren dat zij van hem af waren. De vriendin kon bijna niet geloven dat zij erfgename was geworden. Ze ging nog hetzelfde jaar naar haar land van afkomst, iets wat al die jaren niet had gekund omdat zij de zorg voor haar vriend op zich had genomen.

Leo