Op kantoor kwam een overlijdensmelding binnen van Tom, een jongen van 23 jaar. Het betrof een zelfdoding. Die middag ging ik naar zijn ouders om de uitvaart te regelen. Ik trof zijn moeder, vader, broer en zus. Overmand door emoties, kwamen de verhalen over Tom’s leven los. Dat was eigenlijk niet zo opmerkelijk, vertelden ze, behalve dan dat hij een heel gesloten karakter had. Hij woonde sinds zijn 19de op zichzelf in een klein appartement. Deels bekostigde zijn ouders dat, deels Tom zelf. Hij werkte in een restaurant waar hij, volgens zijn werkgever, goed werk leverde, maar ook heel vaak op stap ging, het liefst naar Amsterdam. Tom sprak zelden met zijn ouders, broer en zus over zijn uitgaansleven in Amsterdam.

Zijn broer vertelde dat hij de dag voor het overlijden een brief van Tom had ontvangen. Een soort afscheidsbrief waarin dingen stonden die hij niet wist, waarover nooit was gesproken. Hieruit bleek dat Tom een dubbel leven leidde. Thuis werd hij gezien als een introverte jongen, met een doorsnee leven. In die brief vertelde Tom dat hij in een druk uitgaanscircuit zat, waar homoseksuelen elkaar ontmoeten. Tom legde uit dat hij ook homoseksueel was en dat hij dat niet aan zijn familie durfde te  vertellen. Vanaf zijn jeugd had hij hiermee geworsteld.

Tom schreef in die brief dat hij absoluut niet wilde dat het gezin zich schuldig voelde. Hij vroeg hen om hem te vergeven voor zijn daad. Hij bedankte zijn vader, moeder, broer en zus voor al die liefde die zij hem in zijn leven hebben gegeven en hij hoopte dat zij, ondanks alles, toch verder zouden gaan met hun eigen leven. Tom wilde graag een uitvaart waarbij al zijn familie, vrienden en kennissen, ook die uit zijn Amsterdamse uitgaansleven, aanwezig zouden zijn. De adressen lagen op zijn bureau, uitgeprint. De kleren die hij aan wilde in zijn kist, lagen al klaar op zijn bed. Hij wilde een witte kist en bij de uitvaart had Tom graag roze en blauwe ballonnen; als symbool voor zijn innerlijke strijd. De polissen voor zijn uitvaart lagen in de la van zijn bureau, met een formulier voor al zijn uitvaartwensen.

Zijn moeder zat huilend naast haar man en kinderen tegenover mij. Zo introvert als Tom voor haar was geweest, zo extravert wilde hij zijn uitvaart: ZO wilde hij dus zijn! De rouwkaarten  werden verstuurd met een foto van Tom erop, gemaakt in het uitgaansleven van Amsterdam. Op de dag van de uitvaart werden er wel 150 genodigden verwacht. De crematieplechtigheid werd door zijn ouders, broer en zus als heel dubbel ervaren. Zijn verborgen leven werd ineens tentoongesteld. Zijzelf hadden eigenlijk geen tijd gehad om over alles goed te kunnen nadenken. Het was vreemd, maar ook bevrijdend. Tom was er niet meer zoals men hem kende, maar zoals hij was.

Op de vraag hoe het droeve bericht van het overlijden van haar zoon haar hadt bereikt, zei de moeder: “de buurvrouw van Tom belde mij en zei dat ze Tom al een paar dagen niet had gehoord of gezien. Ze maakte zich erg ongerust. Mijn man is toen naar de woning van Tom gegaan en vond hem daar. Weet u mijnheer, we zijn allemaal zo intens verdrietig, maar het is onomkeerbaar en we zullen dit moeten gaan verwerken.” Ik raadde haar aan om hier hulp bij te gaan zoeken. Zij zou hierover gaan nadenken. De vader van Tom heb ik in die dagen na Tom’s  overlijden weinig horen spreken: zijn gezicht sprak boekdelen, net als dat van de broer en zus. Na de uitvaart hebben de ouders van Tom een advertentie geplaatst met een foto van Tom erbij. De tekst in die advertentie was erg bijzonder en eindigde met de volgende zin: LAAT ELK MENS ZICHZELF ZIJN!

Leo