Een tijd geleden reed ik naar een opdrachtgever in een klein dorpje vlakbij Nijmegen. Ergens achteraf kwam ik aan bij een heel oud boerderijtje. Terwijl ik mijn auto op het erf parkeerde, kwam een vrouw van middelbare leeftijd mij tegemoet lopen. ”Kom maar achterom”, zei ze. ”Dat is hier de gewoonte. Trouwens, de voordeur kan niet meer open, die is al jaren niet meer gebruikt. Ik ben Janny, de oudste dochter.” Haar vader was die ochtend overleden en lag op bed in zijn slaapkamer. De huisarts was zojuist geweest om te schouwen en had de papieren al klaarliggen. Vader was al geruime tijd ziek en wilde graag thuis blijven. Hij vond een  ziekenhuis of verpleeghuis maar niks. ‘Hij wilde het erf alleen verlaten tussen 6 plankjes’, zei hij altijd.

De vier kinderen zaten bij de houtkachel om de uitvaart van hun vader te bespreken en herinneringen met elkaar te delen. Dat alles ging gepaard met een lach en een traan. Nadat ik wat anekdotes had aangehoord, vroeg ik hen naar de wensen voor de uitvaart. “Nou, in ieder geval willen wij, en hij zelf wilde dat ook, dat vader thuis wordt opgebaard’’, zei de oudste zoon. Hoe en waar wisten zij niet direct, daar hadden zij nog niet over nagedacht. Toen ik vroeg waar vader het liefst was in huis, zeiden ze alle vier tegelijk: in de keuken en in de schuur. “Misschien is het een idee”, zei ik, “om vader in de keuken op te baren. Op de divan, naast de kachel, maar die moet wel uit blijven.” Met een grote grijns zei de oudste zoon: “ja, want hij wil begraven worden en niet gecremeerd”. Daarmee werd de sfeer wat minder beladen.

Ik ging verder met de vragen over de uitvaart. De vader had aangegeven dat hij bij zijn vrouw op de begraafplaats in het dorp begraven wilde worden. Hij wilde geen dienst in de kerk. Sinds zijn vrouw zo’n 25 jaar geleden was overleden, had hij zich afgezet tegen zijn geloof. Hij vond dat zo’n lieve, zachtaardig vrouw veel te vroeg bij hem was weggenomen. De uitvaartdienst  van vader mocht daarom niet in de kerk plaatsvinden, maar waar dan wel? Dat wisten zijn kinderen ook niet: hopelijk had ik een idee, zei Janny. Op mijn vraag of er in het dorp een gelegenheid was, zei  Janny dat dit waarschijnlijk in het dorpshuis zou kunnen.

Toch bleef de schuur, een van vaders favoriete plekken, door mijn gedachten spelen.  Ik vroeg de kinderen wat zij er van zouden vinden als we de uitvaartdienst in de oude schuur op het erf zouden houden. “Kan dat?”, vroeg zoon Jan. “Waar moet iedereen dan zitten?’’ De schuur zag er ook niet zo heel netjes uit, vonden de kinderen. Toen ik voorstelde om met een paar collega’s de schuur op te ruimen, schoon te maken en voor de gelegenheid stoelen te huren, werden zij waanzinnig enthousiast. Ik zorgde voor de geluidsinstallatie en sprekersstoel.  De kist konden we een plekje geven op een paar balen stro, dat paste helemaal bij vader. Wat ook heel praktisch en mooi zou zijn, zeiden de kinderen, was lopen vanaf die plek naar de begraafplaats. Iedereen lopend achter de loopkoets voelde als heel plechtig, zonder ‘poeha met veel blik (auto’s)’, zoals vader dat altijd noemde.

Dan was er nog een laatste puntje. Waar ging men naar toe om te condoleren na afloop van de begrafenis? De hele uitvaart is in en om de boerderij, wat zou er mooier zijn dan de condoleance ook daar te laten plaatsvinden? Ik stelde voor om dat te doen op de mooie deel, aangepast met stoelen en tafels en ‘wij zorgen wel voor de catering’. Prachtig  vonden de kinderen dit, maar dan wilden zij wel koffie, thee, een borreltje van boerenjongens en meisjes, zoals dat vroeger ook altijd was, en boerenhapjes. “Geen probleem”, zei ik, “dat gaan wij doen”.

Tot op de laatste dag voor de uitvaart kon iedereen uit het dorp die dat wilde, afscheid nemen van vader in ‘zijn keuken’. De avond vóór de uitvaart hebben wij, samen met de kinderen, vader in zijn kist gelegd en hem overgebracht naar de oude schuur, waar hij altijd zo graag was. De kinderen sliepen die nacht allemaal op de boerderij en hielden om de beurt de wake bij vader. Het voelde bij hen allemaal goed. De dag van de uitvaart werd door iedereen ervaren als heel bijzonder en ‘typisch vader’!

Leo