De laatste verzorging, de kosten daarvan en de communicatie erover roepen veel vragen op. De onderstaande vragen gaan op deze onderwerpen in, en geven er antwoord op.
Branche afspraken bij overlijden in een ziekenhuis
Rond het millennium heeft BGNU afspraken gemaakt over de laatste handelingen die het ziekenhuis verricht en de taken die aan de mortuariumbeheerder zijn overgedragen.
De principe afspraak is dat het ziekenhuis ervoor zorgt dat alle medische instrumenten bij een overleden patiënt worden weggehaald, de laatste administratieve handelingen zijn verricht, het laatste gesprek met de arts is geregeld en dat er afscheid is genomen op de (verpleeg)afdeling. Vervolgens geeft het ziekenhuis de opdracht aan de mortuariumbeheerder om de overledene over te brengen naar het mortuarium. Op dat moment sluit het ziekenhuis het dossier van de patiënt. De handelingen die tot dan toe zijn verricht komen voor rekening van het ziekenhuis.
De mortuariumbeheerder neemt het dossier over en zorgt ervoor dat de overledene overgedragen wordt aan de uitvaartondernemer die de familie heeft gekozen.
In opdracht van de nabestaande
In principe verricht de mortuariumbeheerder geen handelingen aan het lichaam van de overledene tenzij hierom nadrukkelijk door de nabestaanden wordt gevraagd. Hij zorgt ervoor dat de nabestaanden goed weten dat aan het wassen, kleden,aanbrengen make-up e.d. kosten zijn verbonden die in rekening worden gebracht bij de nabestaanden.
In het kader van transparantie zorgt de mortuariumbeheerder ervoor dat een opdrachtformulier door de nabestaanden wordt ondertekend.
3 uur termijn
Uit hygiënische redenen én ter conservering van het lichaam dient het lichaam drie uur na het tijdstip van overlijden gekoeld te worden. Dit is door pathologen en materie-deskundigen vastgesteld. De eerste drie uur na overlijden is het dus niet nodig het lichaam te koelen. De mortuariumbeheerder start met koelen drie uur na overlijden en daarvoor heeft hij geen opdracht van de nabestaande nodig. Echter, de kosten die hieraan verbonden zijn inclusief de verblijfskosten in het mortuarium komen voor rekening van de nabestaande.
Keuze vrijheid uitvaartondernemer
Binnen de uitvaartbranche is nadrukkelijk met elkaar afgesproken dat de nabestaande vrij moet zijn in de keuze van de uitvaartondernemer. De BGNU-leden die mortuariumbeheerder en uitvaartondernemer zijn, hebben met elkaar afgesproken dat zij niet actief opdrachten voor een uitvaart acquireren bij de nabestaanden.
Bron: BGNU
Branchevereniging Gecertificeerde Nederlandse Uitvaartondernemingen